-
1 in de put zitten
in de put zitten -
2 in de put zitten
быть в подавленном состоянии, хандрить* * *гл.общ. быть в подавленном состоянии духа, находиться в затруднительном положении -
3 in de put zitten
I.deprimiert seinII.niedergeschlagen sein -
4 diep in de put zitten
diep in de put zitten -
5 diep/heel erg in de put zitten
diep/heel erg in de put zittenbe down, feel lowVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > diep/heel erg in de put zitten
-
6 put
♦voorbeelden:diep in de put zitten • être désespéré〈 figuurlijk〉 iemand uit de put halen • remonter (le moral à) qn.putjes in de wangen • fossettes→ link=kalf kalf -
7 put
1 [waterput] well2 [afvoerput] drain3 [meestal putje] [kuil] pit, hole4 [boorput] well♦voorbeelden:een put graven/slaan • sink/dig a well〈 figuurlijk〉 diep/heel erg in de put zitten • be down, feel low¶ geld in een bodemloze put gooien • pour/throw money down the drain -
8 put
-
9 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
10 put the skids on/under someone/something
put the skids on/under someone/somethingiemand/iets naar de verdommenis helpen; iemand achter zijn vodden zittenEnglish-Dutch dictionary > put the skids on/under someone/something
-
11 achterin zitten/leggen
achterin zitten/leggensit/put in the backVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > achterin zitten/leggen
-
12 het blijft niet zitten
het blijft niet zittenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het blijft niet zitten
-
13 het wil niet blijven zitten/op zijn plaats blijven
het wil niet blijven zitten/op zijn plaats blijvenit won't stay put/in its placeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het wil niet blijven zitten/op zijn plaats blijven
-
14 iets niet op zich laten zitten
iets niet op zich laten zittenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets niet op zich laten zitten
-
15 be (put/left) on the shelf
be (put/left) on the shelfafgeschreven worden; in onbruik raken, afgedankt worden; blijven zitten, niet meer aan een man raken 〈 van vrouw〉 -
16 находиться в затруднительном положении
vgener. in de klem zitten, in de knijp zijn, in de knijp zitten, in de knoei zitten, in de nesten zitten, in de pekel zitten, in de put zittenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > находиться в затруднительном положении
-
17 находиться в затруднительном положении
vgener. in de klem zitten, in de knijp zijn, in de knijp zitten, in de knoei zitten, in de nesten zitten, in de pekel zitten, in de put zittenDutch-russian dictionary > находиться в затруднительном положении
-
18 accabler
accabler [aakaablee]〈 werkwoord〉2 uitputten ⇒ overmannen, terneerdrukken♦voorbeelden:être accablé de fatigue • hondsmoe zijnêtre accablé de travail • tot over zijn oren in het werk zittenêtre accablé de tristesse • diep in de put zittenaccabler qn. d' injures • iemand de huid vol scheldenaccabler qn. de questions • iemand de oren van het hoofd vragenv2) terneerslaan, ontmoedigen -
19 быть в подавленном состоянии духа
vgener. in de put zittenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > быть в подавленном состоянии духа
-
20 be at a low ebb
См. также в других словарях:
Ei — 1. A Ei es schnell gelêt, aber nit schnell ausgebrüt. (Nassau.) 2. Aier sind airen gleich. – Gruter, III, 3. 3. Alte Eier, alte Freier, alter Gaul sind gewöhnlich faul. – Simrock, 1886; Körte, 1269. Eine Anzahl (16) Sprichwörter und… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Feyenoord — Football club infobox clubname = Feyenoord fullname = Feyenoord Rotterdam nickname = De club van het volk (The people s club) De stadionclub (The stadium club) De club aan de Maas (The club upon the Meuse) De club van Zuid (The club from South)… … Wikipedia
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Sat — Sit Sit, v. i. [imp. {Sat}({Sate}, archaic); p. p. {Sat} ({Sitten}, obs.); p. pr. & vb. n. {Sitting}.] [OE. sitten, AS. sittan; akin to OS. sittian, OFries. sitta, D. zitten, G. sitzen, OHG. sizzen, Icel. sitja, SW. sitta, Dan. sidde, Goth. sitan … The Collaborative International Dictionary of English
Sat — Sit Sit, v. i. [imp. {Sat}({Sate}, archaic); p. p. {Sat} ({Sitten}, obs.); p. pr. & vb. n. {Sitting}.] [OE. sitten, AS. sittan; akin to OS. sittian, OFries. sitta, D. zitten, G. sitzen, OHG. sizzen, Icel. sitja, SW. sitta, Dan. sidde, Goth. sitan … The Collaborative International Dictionary of English
Sate — Sit Sit, v. i. [imp. {Sat}({Sate}, archaic); p. p. {Sat} ({Sitten}, obs.); p. pr. & vb. n. {Sitting}.] [OE. sitten, AS. sittan; akin to OS. sittian, OFries. sitta, D. zitten, G. sitzen, OHG. sizzen, Icel. sitja, SW. sitta, Dan. sidde, Goth. sitan … The Collaborative International Dictionary of English
Sit — Sit, v. i. [imp. {Sat}({Sate}, archaic); p. p. {Sat} ({Sitten}, obs.); p. pr. & vb. n. {Sitting}.] [OE. sitten, AS. sittan; akin to OS. sittian, OFries. sitta, D. zitten, G. sitzen, OHG. sizzen, Icel. sitja, SW. sitta, Dan. sidde, Goth. sitan,… … The Collaborative International Dictionary of English
Sitten — Sit Sit, v. i. [imp. {Sat}({Sate}, archaic); p. p. {Sat} ({Sitten}, obs.); p. pr. & vb. n. {Sitting}.] [OE. sitten, AS. sittan; akin to OS. sittian, OFries. sitta, D. zitten, G. sitzen, OHG. sizzen, Icel. sitja, SW. sitta, Dan. sidde, Goth. sitan … The Collaborative International Dictionary of English
Sitting — Sit Sit, v. i. [imp. {Sat}({Sate}, archaic); p. p. {Sat} ({Sitten}, obs.); p. pr. & vb. n. {Sitting}.] [OE. sitten, AS. sittan; akin to OS. sittian, OFries. sitta, D. zitten, G. sitzen, OHG. sizzen, Icel. sitja, SW. sitta, Dan. sidde, Goth. sitan … The Collaborative International Dictionary of English
To sit at — Sit Sit, v. i. [imp. {Sat}({Sate}, archaic); p. p. {Sat} ({Sitten}, obs.); p. pr. & vb. n. {Sitting}.] [OE. sitten, AS. sittan; akin to OS. sittian, OFries. sitta, D. zitten, G. sitzen, OHG. sizzen, Icel. sitja, SW. sitta, Dan. sidde, Goth. sitan … The Collaborative International Dictionary of English